Het gezicht achter Van der Horst Training & Consultancy

Al meer dan 25 jaar ondersteunt Petra van der Horst individuen en organisaties bij positionering, profilering, (onderlinge) communicatie, leiderschap en organisatie- en visieontwikkeling. Haar kracht zit in: snel tot de kern komen en delen wat ze waarneemt en ervaart. Om vervolgens verbanden te leggen met de vraagstukken die bij mensen en/of in organisaties spelen. Hiermee slaat ze enerzijds een brug tussen verschillende gedachtes en visies, anderzijds ontstaat ruimte voor onderling begrip en respect.

Van emigrant tot medisch specialist

Verschillen tussen mensen boeien haar mateloos. Ongeacht cultuur, rang of stand. Vooral emigranten trekken haar aan, omdat ze moedig zijn. Enkele maanden per jaar woont Petra van der Horst in Senegal, ze weet wat het is om je roots te verlaten. Het geeft vrijheid en tegelijkertijd respect voor je afkomst. Waar staat ze zelf na bijna een halve eeuw leven en een zilveren werkjubileum? ‘Ik zit midden in een oogstperiode. Rijpe tijd om de balans op te maken van wat ik heb meegemaakt en ondernomen. En zo de rode draad uit te rollen achter mijn visie en waarden.’

„Ik kom uit een groot boerengezin met zeven kinderen. Een hardwerkende, welbespraakte familie. Als jongste van vijf meisjes en twee jongens leerde ik al snel wat ik moest doen om serieus te worden genomen. Goede vragen stellen, dingen goed verwoorden en zorgvuldig op de ander afstemmen. Eigenschappen die er van jongs af in zitten en die ik later verder heb ontwikkeld. Iedereen binnen het gezin had zijn eigen taak. Daar was geen discussie over. Zo moest ik op zaterdagochtend heel vroeg opstaan en de staarten van vijftig koeien met shampoo wassen. Zodat ze er in het weekend in de wei netjes bijstonden. Een vies werkje, maar ik vond het nooit erg om te doen. Ik deed het gewoon gedachteloos en voelde me daarna, als ik lekker had gedoucht, helemaal voldaan. Om tien uur dronken we samen koffie en hadden we de rest van het weekend vrij.

Mijn vader is streng christelijk opgevoed. Een beetje zoals de vader van Jan Siebelink in zijn boek ‘Knielen op een bed violen’. Contemplatief, het leven dient zwaar en serieus te worden genomen. Hij had ook een andere, lichte kant. Muziek en dansen, daar hield hij van. Regelmatig zwierde hij met mijn moeder door de huiskamer. We mochten dan wel niet zwemmen op zondag, maar thuis dansen was altijd goed. In de omgeving waar wij woonden was niemand christelijk. Mijn vader was ‘anders’, maar een gerespecteerd man. Hij zette zijn talenten in binnen allerlei bestuursfuncties.

Mijn moeder is een degelijke, gereformeerde vrouw. Ze was de maatschappelijk werkster van de buurt. Er kwamen allerlei soorten mensen bij ons over de vloer. Van een Amsterdamse ex-hoer tot een mishandelde vrouw. Iedereen was welkom. Ze wilden hun verhaal bij mijn moeder kwijt. Altijd dacht ze actief mee en had ze scherpzinnige analyses. Mijn vader was degene die de grenzen aangaf als ze hierin doorschoot. Na een paar uur zei hij steevast: “Zeg vrouw, het wordt tijd om te gaan koken.” Naderhand merkte hij op: “Nu hebben die vrouwen hun hart bij jou uitgestort, maar straks thuis liggen ze gewoon weer naast hun man in bed. En jij kunt er niet van slapen. Wees realistisch, iedereen doet uiteindelijk toch wat hij of zij zelf wil.”

Realisme

Realisme is een waarde die ik van mijn vader meekreeg. Het is belangrijk om je veranderingsvermogen – en dat van een ander – niet te overschatten. Dat voorkomt desillusies. Weet wat je wel kunt, maar zie ook je eigen beperkingen onder ogen. In mijn coaching zet ik dit bewust in. Ik geloof niet in de zelfgerichtheid van ‘als ik gelukkig ben, wordt de rest ook gelukkiger’. Of in een droombaan waarbij iemand volkomen happy rondloopt. Ik ben al blij als mensen hun eigen mogelijkheden zien om zaken te beïnvloeden. Waar steek je energie in? Wat is een gegeven waar je niks aan kunt doen? Stel dat het niet klikt tussen jou en je baas. Hoe kun je hem of haar dan toch accepteren? Zie je ook mooie, positieve eigenschappen? Met welke beperkingen moet hij leven? Kun je wellicht de helpende hand bieden om die beperkingen te hanteren of te overstijgen, in plaats van ze te bestrijden? Als je zo naar een ander kunt kijken is het mogelijk weer enige warmte in de relatie te brengen. Het gaat om interactie, wederkerigheid. Hoe kun je zowel goed voor jezelf als voor de ander zijn? Pas dan kan een relatie of systeem beter worden.

Er komen veel verschillende soorten mensen op mijn pad. Van emigranten tot medisch specialisten. Het gaat meestal om mensen die de weg dreigen kwijt te raken in processen. Die onvoldoende weten wat hun eigen aandeel in de ontstane chaos is. Anderen zijn een verkeerde weg ingeslagen en zitten in een rol met verantwoordelijkheden die niet bij hen passen. Of ze zijn burn-out geraakt. Ook word ik regelmatig ingeschakeld bij wrijvingen en conflicten. Op organisatieniveau gaat het vaak om profileringvraagstukken. Hoe kan een bedrijf zich onderscheiden? Waar zit de uniciteit? Wat te doen en wat vooral te laten? En er dus uitsnijden wat niet (meer) past.

Wat ik eigenlijk altijd doe is de situatie ontrafelen, liefst met humor. Zodat iedereen weer weet wat zijn of haar verantwoordelijkheid is. Ik leg verbindingen, verwoord processen, benoem fricties, help om daaruit te komen, zonder diep op de inhoud in te gaan. Hierbij vaar ik sterk op mijn intuïtie en sensitiviteit. Dat gaat automatisch. Mijn moeder heeft dat ook. Die ziet dingen helder, voelt zaken haarfijn aan. Ik krijg wel eens te horen: “Goh, volgens mij ben je helderziend.” Dan zeg ik altijd “ik kan gewoon goed observeren en analyseren.” Ik coach nu bijvoorbeeld een man die in een functie én een organisatie zit die niet bij hem passen. “Je zit in de verkeerde film”, zeg ik dan. Maar omdat die man 51 is, kan hij niet zomaar weg. Voor de korte termijn kijken we samen wat hij kan leren om die rol toch te vervullen, zonder dat hij zichzelf geweld hoeft aan te doen. Wat is reparabel en wat is een gegeven? Hij weet dat hij op termijn weg moet. Maar het is belangrijk eerst rust te creëren, geen overhaaste beslissingen te nemen. Eigenlijk weet ik ook al waar hij wel thuis hoort. Ik zie het zo voor me. Dat vertel ik hem ook. “Wat vind je daarvan?” vraag ik dan. “Wat klopt wel en wat haakt niet aan?” Als ik mijn waarneming deel, kan dat soms confronterend zijn. En schieten mensen in de weerstand. Dat is niet erg. Als ze er uiteindelijk maar hun eigen plaatje van maken.

Beperkingen

Net als ieder mens maak ik ook fouten. Jaren geleden gaf ik bij een organisatie een meerdaagse training over het omgaan met andere culturen. Samen met een beleidsmedewerker had ik alles voorbereid. In de tussentijd was er een nieuwe directeur aangesteld die cultuur had gestudeerd. Ze zou de eerste twee dagen van de training bijwonen. Die beleidsmedewerker zei wel van tevoren dat het iemand met uitgesproken ideeën was. Maar ik dacht, het programma is vastgesteld, we gaan het gewoon doen. Al na een dag stuurde die nieuwe directeur me weg. Ze zei: “Het onderwerp cultuur moet je op een totaal andere manier behandelen.”

In eerste instantie was ik in opperste staat van verwarring. Ik snapte absoluut niet wat er aan de hand was. In mijn beleving had ik alles gedaan om de afspraak uit te voeren. Later realiseerde ik me dat ik de signalen van die beleidsmedewerker had onderschat. Ik had die nieuwe directeur in het voortraject moeten betrekken. En een podium tijdens de training moeten geven.

Een mooi voorbeeld van een confrontatie met beperkingen. Je hebt niet alles in de hand. Ik kan wel van alles vinden, maar de ander vindt ook iets. Je weet niet altijd welke krachten er spelen, bepaalde oordelen zijn niet te beïnvloeden. In gesprek gaan helpt niet altijd.

Gelukkig krijg ik veel bevestiging van mijn klanten, iedere dag weer. Dat mijn aanpak aanslaat, dat het werkt.

Wortels

In mijn werk zie ik veel mensen zonder ankers. Ze hebben hun wortels de rug toegekeerd. Maar hoe bewuster je afstand neemt, des te harder word je er door achtervolgd. Je bent nu eenmaal op een bepaalde manier opgevoed, noem het geprogrammeerd. Voel je vrij eruit te pakken wat bij je past. Het is belangrijk het met je historie te zien rooien. Mensen verharden anders. Bovendien blokkeer je de weg terug, die wordt veel langer. Dat maakt je extra vatbaar voor problemen.

Zelf bewandelde ik hierin een lange weg. Mijn ex-man is een moslim, afkomstig uit Senegal. Samen hebben we een dochter van elf. Hij komt uit een groot gezin met vijfentwintig broers en zusters. Zijn vader had vier vrouwen. Ik ken het moslimdenken van binnenuit, het denken vanuit het collectief. Ik zie de waarde en de valkuil ervan. Juist door en in Afrika leer ik dat het in essentie onmogelijk is je wortels af te schudden. Mijn eigen wortels worden mij daar extra duidelijk. Naast dat ik aantal maanden per jaar in Senegal verblijf, ondersteun ik ook mensen daar. Wat ik met het een verdien, geef ik aan het ander uit.

Verder ga ik sinds een aantal jaren naar een evangelische kerk in Amsterdam. Een multiculturele ontmoetingsplek waar mensen uit de hele wereld samenkomen. Voor mij is dat een anker, een verbinding met mijn wortels. Het is waardevol en dat voed ik. Maar als ik vijf weken niet naar de kerk ga, heb ik geen schuldgevoel. Ik word er ook niet op aangesproken. We delen een aantal dingen, er zijn zaken waarover we in gesprek gaan en sommige thema’s zijn iets tussen jou en God. Die verbinding, de vrijheid en het stuk eigen verantwoordelijkheid spreken me aan.

Wat mijn ideaal is? Op een humane manier met verschillen omgaan. Het gaat me aan het hart dat de maatschappij verhardt. Woorden kunnen veel kapot maken. Momenteel train ik een partij waarvan ik de maatschappijvisie niet deel. Ik zeg niks over politiek, maar wel waarin ik geloof. Zie de verschillen tussen mensen en culturen, probeer ze te begrijpen. Maar laat sommige ook voor wat ze zijn. Dan kom je tegen wat er gezamenlijk is, waar het raakvlak ligt. Mijn visie spreekt hen aan. Je kunt niet alle tegenstellingen overbruggen. En dat hoeft ook niet. De uitdaging zit in het accepteren en waarderen van verschillen.”

Auteur: Monique Hurkmans (krachtverhalen.nl)
21 december 2011