image001

Milieubewust met de Wmo. Wmo-raad als energiebesparing.
Een sterke Wmo-raad zorgt voor energiebesparing. Ieder apart is slechts meer van hetzelfde. En slecht voor de omgeving van de beleidsbeïnvloeding. Hoeveel rapporten, beleidsnotities, lokale agenda’s en Wmo-wensenlijstjes zouden er de afgelopen jaren niet zijn geproduceerd door belangenorganisaties, ouderenbonden en gehandicaptenplatforms? Allemaal om op te komen voor de eigen achterban. Allemaal gericht op een specifieke doelgroep of apart beleidsterrein.

Beperkte energie
Al die stukken zijn bedacht en geschreven door vrijwilligers en een enkele ondersteunende beroepskracht. Vol overtuiging en met alle inzet, maar wel door mensen die door hun beperking slechts een beperkte energie hebben. Petra van der Horst (programmamanager Aandacht voor iedereen) denkt dat het anders kan. Lees hier haar blog http://goo.gl/KRv7w

Een sterke Wmo-raad zorgt voor energiebesparing. Ieder apart is slechts meer van hetzelfde. En slecht voor de omgeving van de beleidsbeïnvloeding.

Hoeveel rapporten, beleidsnotities, lokale agenda’s en Wmo-wensenlijstjes zouden er de afgelopen jaren niet zijn geproduceerd door belangenorganisaties, ouderenbonden en gehandicaptenplatforms? Allemaal om op te komen voor de eigen achterban. Allemaal gericht op een specifieke doelgroep of apart beleidsterrein.

Beperkte energie
Al die stukken zijn bedacht en geschreven door vrijwilligers en een enkele ondersteunende beroepskracht. Vol overtuiging en met alle inzet, maar wel door mensen die door hun beperking slechts een beperkte energie hebben.

Ik denk dat het anders kan. Volgens mij zou een goed werkende Wmo-raad een hoop energie kunnen besparen. Maar dan moet die raad wel sterke verbindingen leggen met die belangenbehartigers. Ook zal de raad moeten zorgen dat de unieke situaties van de specifieke achterban van die belangengroepen een plaats krijgt in het verhaal richting de wethouder en gemeenteraad.

Slagvaardig en duidelijk?
Het lijkt me een heilloze weg om te streven naar een Wmo-raad waarin alle doelgroepen vertegenwoordigd zijn. Dat wordt onwerkbaar. Alleen de landelijke CG-Raad kent bijvoorbeeld al zo’n 200 verschillende lidorganisaties van mensen uiteenlopende beperkingen. In een lokale Wmo-raad zouden dan toch zeker zo’n 50 organisaties van mensen met lichamelijke beperkingen of chronische ziektes vertegenwoordigd moeten zijn. Naast alle andere groepen en belangenorganisaties die actief zijn in de gemeente. Natuurlijk moeten de zorgen, de signalen en de aandachtspunten van al die organisaties binnenkomen bij de gemeente. Maar een raad met meer dan 50 vertegenwoordigers zal niet werken. Met zoveel mensen gaat het allemaal te lang duren: zo’n raad is niet slagvaardig en je komt lastig tot een adequate raadpleging, laat staan tot een eensluidende boodschap. En slagvaardigheid en duidelijkheid is juist wat nodig is in dit tijdsgewricht. Het is ook niet nodig.
Zo maar wat voorbeelden: Ik denk dat de belangen van de vertegenwoordigers van Alzheimer Nederland t.a.v. de komende decentralisatie en de belangen van de ouderenorganisaties voor een groot deel gelijk op zullen gaan. Op dit moment zie je dat de belangen rond het behoud van pgb als middel tot zelfregie niet alleen vanuit de ambassadeurs vanuit Per Saldo behartigd worden, maar ook bij de gehandicaptenorganisaties. Het belang van veiligheid en de noodzaak van deskundige begeleiding bij dagopvang en dagbesteding wordt zowel door de ggz-cliëntenorganisaties als vanuit de vg-belangenorganisaties naar voren gebracht. En een goed keukentafelgesprek door een onafhankelijke partij is voor iedereen van belangrijk, evenals een goede klachtenregeling met toegankelijke beroeps- en bezwaarmogelijkheden.

Meer van hetzelfde?
Samen optrekken vraagt wel wat van de Wmo-raad en de betrokken organisaties, maar het levert qua gehoord worden en qua invloed nog meer op. Het vraagt om een andere kijk op zaken: minder letten op verschillen, maar vooral kijken naar wat bindt. Daar hebben de beleidsmakers ook meer aan. Je neemt ze werk uit handen omdat ze de verstrekte informatie gericht kunnen gebruiken. Zeker als ze weten dat die al in de diverse achterbannen zijn afgestemd. Dus niet meer elke organisatie zijn eigen beleidsnotitie. Niet meer elke belangenorganisatie zijn eigen gesprek met de wethouder. Niet meer elke doelgroep zijn eigen lobby traject. Ieder apart is slechts meer van hetzelfde. Het draagt niets extra’s bij. Wethouders zitten niet te wachten op weer een delegatie die vanuit haar eigen achterban veelal dezelfde zaken op tafel legt.

Volgens mij worden mensen met een beperkte energie geholpen door een sterke Wmo-raad die uitgaat van wat gemeenschappelijk is. Met de Wmo-raad als verbindende schakel hoeven zij niet meer alles zelf te doen. Alleen nog de specifieke, unieke aspecten. Daar moet de energie in gestoken worden, dat maakt hun organisaties veel herkenbaarder.

Verbindingen leggen
Mijn oproep aan Wmo-raden en lokale belangenbehartigers is ga nu al aan de slag. Leg contacten, leer elkaar kennen. Wacht niet af tot alle decentralisaties helder zijn. U hoeft het niet alleen te doen, want de AVI-adviseurs kunnen helpen om helder te krijgen waar de unieke aspecten voor uw eigen achterban liggen, welke doelgroepen gedeelde belangen met uw achterban hebben en hoe u verbindingen kunt leggen. Samenwerken is energiebesparend. Sterker nog, de successen van een Wmo-raad die lokale krachten bundelt geven juist extra energie aan achterbanorganisaties en ambtenaren.

Petra van der Horst
programmamanager Aandacht voor iedereen